Zes weken

afbeelding van Beetje raar

Het is zes weken geleden. Ik ben er zo koel onder dat ik het zelf ongezond vind. Als ik erover praat, verschijnen er geen vlekken meer in mijn nek, het gevoel van kwaadheid, en teleurgesteldheid dat ik omschrijf als ik vertel wat er gebeurd is, voel ik niet meer. Vaak heb je, als je iets wat je geraakt heeft vertelt, dat je dan dat gevoel herbeleeft. Ik heb niks.
Mijn stiefvader vertelde dat dat komt omdat ik het proces van teleurstelling en het verwerken daarvan, eigenlijk al doorgemaakt heb in het afgelopen half jaar. Terwijl we nog een relatie hadden.
Ik zit op een studentenkamer van 4 x 5, m'n kraan lekt, ik heb een leenbed, een leenTV, een leenkoffiezetapparaat, een met huisgenoten gedeelde wasmachine en geen magnetron. Maar ik heb de cd van Alanis Morisette lekker opstaan in mijn tweedehands stereosetje, en ik heb mezelf.
Pasgeleden ben ik in bed beland met een andere knul, het voelde helemaal niet goed. Ik dacht eerst dat ik me aanstelde, van me af moest schudden dat het haast als vreemdgaan voelde. En gewoon even moest wennen aan heel andere maniertjes. Maar toen hij na een tweede bed-ontmoeting een (misschien goedbedoelde) vraag stelde over wanneer ik weer van plan was te gaan sporten, want dat deed ik de laatste maanden niet meer, raakte we in een genante discussie, en vond ik het wel weer welletjes. Scharrel is leuk, maar dan moet ?¢‚ǨÀúie me wel een goed gevoel geven. En hoewel mijn vrienden het fenomeen ?¢‚ǨÀúrebound-boy' toejuichen, ben ik ook niet voornemens te gaan shoppen naar een nieuwe. Schiet allemaal niks op.
Gisteren mijn ex-vriend weer gezien op een verjaardag. Hij zag er slecht uit. Hij fitnest nu vier keer in de week met zijn maten. Hij kookt niet (want dat kan hij niet), hij stapt, rookt en drinkt veel. Het voelt nog wel vertrouwd als ik met hem praat. Alsof ?¢‚ǨÀúie een oude beste vriend is die je na lange tijd weer terugziet. Gelukkig maar, want iedereen was er zenuwachtig over hoe dat nou moest, wij met z'n tweeën in één ruimte.
IK mis hem niet. Ik mis mijn oude huis niet. Ik mis het gezelschap. Om iemand te hebben die er altijd voor je is. Die luistert als je na een drukke werkdag je ei kwijtwilt. Die samen met je tandenpoetst. Die een warm lijf heeft om tegenaan te kruipen.
En daar moet ik even doorheen.